Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aggregaatstoestand

betekenis & definitie

Aggregaatstoestand - toestand, waarin de materie zich aan ons voordoet, wanneer voor de onderscheiding tusschen de verschillende toestanden gebruik wordt gemaakt van zeer eenvoudige eigenschappen, hoofdzakelijk betrekking hebbende op de mogelijkheid van vormverandering en op de deelbaarheid. Er worden drie a. onderscheiden, de vaste, de vloeibare, en de gasvormige. In den vasten toestand heeft de materie een bepaalden vorm; door uitwendige krachten kan deze wel gewijzigd worden, doch, wanneer ze ophouden te werken, bestaat er een streven, het oorspronkelijke volume en de oorspronkelijke gedaante te hernemen (b.v. eene gebogen of gewrongen staaf). Voor de verdeeling van een vast lichaam in kleinere deelen zijn betrekkelijk groote krachten noodig.

In den vloeibaren toestand is van een bepaalden vorm geen sprake, het lichaam kan elke willekeurige gedaante aannemen, afhankelijk van het vat, waarin het zich bevindt. Voor de vormverandering zijn slechts geringe krachten noodig, terwijl er niet een streven bestaat, de oorspronkelijke gedaante weer aan te nemen. Eveneens zijn voor de verdeeling in kleinere deelen slechts geringe krachten noodig. Daarentegen heeft het vloeibare lichaam wel een bepaald volume; om dit te veranderen zijn betrekkelijk groote krachten noodzakelijk; houden deze op te werken, dan krijgt het volume zijne oorspronkelijke waarde terug. Werkt op het vrije oppervlak (d.w.z. dat deel van het oppervlak, waar de vloeistof niet met vaste wanden in aanraking is) geen kracht, dan verandert het volume niet (om het volume geheel onveranderd te laten, is echter steeds eene kleine kracht noodig, zie DAMP). In den gasvormigen a. heeft het lichaam niet alleen geen bepaalden vorm, doch ook geen bepaald volume; bij verandering van het volume, waarbinnen het lichaam besloten is, waarvoor slechts eene kleine kracht noodig is, blijft dit steeds gelijkmatig met het gasvormige lichaam gevuld. — In sommige gevallen is het onmogelijk, eene scherpe grens te trekken tusschen de verschillende a.; zoo vormt de plastische toestand eene soort overgang tusschen den vasten en den vloeibaren (zie AMORPH, PLASTICITEIT), insgelijks de colloïden. De vloeibare en de gasvormige a. gaan geheel continu in elkaar over. Zie DAMP, GAS, VASTE STOF, VLOEISTOF.