Amorph - Vormloos, wordt gebezigd om vaste stoffen, die geen kristalvorm vertoonen, aan te duiden, zie KRISTAL. Deze stoffen kunnen in zekeren zin als een overgangstoestand tusschen den vasten en den vloeibaren aggregaatstoestand beschouwd worden. Vele er van gedragen zich als vloeistoffen van zeer groote inwendige wrijving, doordat langdurig werkende, kleine krachten willekeurig groote vormveranderingen kunnen veroorzaken.
Eene staaf eboniet b.v. of lak, die in horizontalen stand slechts aan ééne zijde bevestigd is, buigt onder de werking der zwaartekracht op den duur geheel door. Tegen plotselinge stooten zijn dergelijke stoffen echter vaak niet bestand. De toestand is voor de stof een gedwongen toestand, waarin zij slechts gebracht wordt door bijzondere omstandigheden; glas, een der weinige a. stoffen uit het dagelijksch leven, is slechts a., omdat de snelle stolling kristallisatie verhinderd heeft; bij langzame afkoeling wordt een gesmolten glasmassa in kristallijnen vorm vast en ook het reeds in a. toestand vast geworden glas neigt steeds tot kristallisatie: ontglazing.
