Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aflipt (abraham)

betekenis & definitie

Aflipt (Abraham), oudste zoon van C. G. Ampt en Albertina Rovers, geb. 1780 te Venloo, overl. 1857 te ’s-Gravenhage, trad op jeugdigen leeftijd in den militairen dienst, doch verwisselde dien reeds vroeg voor ambtelijke werkkringen bij verschillende ministeries. In April 1811 tijdens de inlijving bij Frankrijk werd hij tot commissaris van politie te ’s-Gravenhage benoemd. In deze betrekking wist hij met veel tact de Fransche autoriteiten te dienen en het vertrouwen van de Haagsche bevolking te behouden. Bij den ommekeer van 17 Nov. 1813 was hij een der eersten, die zich met de Oranje-cocarde tooide; hij werd door het voorloopig bestuur belast met de handhaving van de rust en veiligheid te ’s-Gravenhage en daarna definitief aangesteld tot directeur van politie, welke functie hij tot 1850 vervulde.

< >