Aardslakken - behooren bij de longslakken (Pulmonata), zie aldaar. Deze dieren hebben geen huisje (naakte slakken) en een kleinen schildvormigen mantel. In vochtige bosschen en tuinen vindt men de lange (15 c.M.) wegslak of gewone veldslak (Arion empericorum, die in den Hartz gebruikt wordt voor het bereiden van slakkenstroop tegen borstaandoeningen. Andere Arion-soorten komen in tuinen veelvuldig voor; de kleur is donker.
Een andere vorm, de witte a. (Limax albus) wordt eveneens in tuinen gevonden, evenals de akkeraardslak (L. agrestis). Al deze dieren leven op vochtige plaatsen en kunnen zeer schadelijk worden door het afvreten van allerlei planten. Men kan hen van bloemperken afhouden door het aanbrengen van een rand van ongebluschte kalk en het vangen in schaaltjes, waarin een weinig bier en suiker is gedaan.
