[→Eng.], v./m. (-lenzen), objectief met variabele brandpuntsafstand, waarbij de scherpstelling gehandhaafd blijft bij verandering van de brandpuntsafstand (dit in tegenstelling tot een varifocus-objectief).
(e) Een zoomlens bestaat uit een groot aantal componenten, waarvan enige als groep verplaatsbaar zijn. De zoomlens wordt toegepast in de fotografie, film, televisiecamera’s, microscopen en verrekijkers. Een zoombereik van b.v. 3 x wil zeggen dat de brandpuntsafstanden in de uiterste standen een factor 3 uiteenliggen (dus eveneens de afbeeldingsmaatstaven).