Wat is de betekenis van zoomlens?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoomlens

zoomlens - Zelfstandignaamwoord 1. een lens waarmee kan worden ingezoomd op iets ver wegs. Woordherkomst samenstelling van zoom en lens

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Zoomlens

[v. Eng. to zoom = o.a. sterk omhoogstijgen] foto- of filmobjectief met geleidelijk (traploos) verstelbare brandpuntsafstand, waarmee men gemakkelijk de beelduitsnede kan variëren.

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zoomlens

lens met een variabele brandpuntafstand waardoor het beeld dichterbij kan worden gehaald

2024-04-20
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

zoomlens

zie: zoomobjectief.

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Zoomlens

lens van een film- of fotocamera met variabele brandpuntsafstand.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zoomlens

[→Eng.], v./m. (-lenzen), objectief met variabele brandpuntsafstand, waarbij de scherpstelling gehandhaafd blijft bij verandering van de brandpuntsafstand (dit in tegenstelling tot een varifocus-objectief). (e) Een zoomlens bestaat uit een groot aantal componenten, waarvan enige als groep verplaatsbaar zijn. De zoomlens wordt toegepast in de f...

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten