bn.,
1. gezeten, in de toestand dat men zit: in zittende houding;
2. waarbij men veel zit: een — leven leiden, weinig beweging hebben;
3. (plantkunde) zittende bladeren, zonder stelen; zittende stempels, zonder stijltjes; zittende helmknoppen, zonder helmdraden;
4. (dierkunde) sessiel, vastzittend: koralen leiden een — leven;
5. in functie zijnd: de zittende directeuren.