Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Welzijn

betekenis & definitie

o.,

1. welvaren, goede gezondheid: naar iemands welzijn informeren; op uw welzijn!, gewone wens bij een heildronk; bij leven en welzijn, als wij dan nog leven en gezond zijn;
2. welvaart in ruimere zin, nl. voorzover onder de bevredigingsmiddelen ook vrije goederen als zuivere lucht, schoon water en ruimte worden begrepen.

Wanneer bij toeneming van de hoeveelheid schaarse bevredigingsmiddelen andere bevredigingsmiddelen die eerst overvloedig waren, schaars worden, is het denkbaar dat bij gegeven behoeften de welvaart toeneemt terwijl tegelijkertijd het welzijn afneemt. Zo moeten in de industriële samenleving b.v. lucht en water onderhand tot de schaarse goederen worden gerekend. Voorzover de bevredigingsmiddelen schaars zijn, vallen welvaart en welzijn min of meer samen. In de sociaal-politieke sfeer maakt men onderscheid tussen welvaart als toestand of mate van economische voorspoed of min of meer volledige stoffelijke behoeftenbevrediging, en welzijn, dat alle vormen van stoffelijk zowel als onstoffelijk welvaren omvat. Het onstoffelijk welvaren omvat dan het lichamelijk en psychisch welzijn, het maatschappelijk welzijn (optimale samenlevingsvormen: rechtsgelijkheid, sociale zekerheid, geen vereenzaming, voldoende privacy), het culturele welzijn (mogelijkheden tot individuele ontplooiing, toegang tot het onderwijs en andere cultuurgoederen) en een gezonde natuurlijke omgeving (vrijwaring van lawaai, stank; mogelijkheid tot buitenrecreatie). In de huidige welvaartsstaat wordt algemeen verwacht dat de overheid niet alleen naar economische voorspoed streeft, maar ook een actief welzijnsbeleid voert.

LITT. A.J.M. van Tienen (red.), Anatomie van het welzijn (1970); L.B. van Ommen, Culturele aspecten van het welzijnsbeleid (1970); H.G. Ras, Bij leven en welzijn (1970); K.H. Roessingh, Welzijn, cultuur en vormingswerk (1970); J. van Santen, Welvaart en welzijn (1970); B. Peper, Vorming van welzijnsbeleid (1972); G.P. Hoefnagels, Het einde der feiten (1973); H.

Swoboda, Die Qualität des Lebens (1974); R. Koopmans, Welzijn als probleem (1976); G.J. van den Berg e.a., Sociologie en welzijn (1976).