Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Weg

betekenis & definitie

m. (-en),

1. gebaande strook in het terrein ten behoeve van landverkeer, de verbinding van de ene plaats tot de andere: een aanleggen; een holle weg, die veel lager is dan de grond aan weerskanten, ravijn; een bedekte weg, waar men tegen het vuur van de vijand is beschut; (zegsw.) dat is zo oud als de naar Kralingen, de weg naar Rome, zeer oud; hij is altijd bij de weg, op straat; veel aan de timmeren, zorgen dat men bekend wordt, opvalt; alle wegen leiden naar Rome, men kan op velerlei wijze tot een doel komen;
2. de richting die men volgen moet om ergens te komen: hij volgde de gewone naar de weg vragen, vragen in welke richting men gaan moet; (zegsw.) naar de bekende weg vragen, vragen naar iets dat men zelf zeer goed weet; zich op begeven, op weg gaan, uitgaan naar een bepaald punt; hij is op weg naar Leiden, hij gaat in de richting van Leiden; zijns weegs gaan, verdergaan, zich begeven naar zijn doel of bestemming (ook oneig.); op de rechte, goede, verkeerde weg zijn, in de goede, verkeerde richting gaan; iemand op weg helpen, helpen, aanwijzingen geven om tot zijn doel te komen; op raken, op dreef; hij is op weg beroemd te worden, hij wordt langzamerhand beroemd; dat ligt op uw weg, u bent als aangewezen dit te doen; (iemand) in de weg staan,

(hem) de doortocht verhinderen, belemmeren; hij staat mij daar niets in de weg, voor mijn part blijft hij daar staan; iemand iets in de weg leggen, hem dwarsbomen, hinderen; hij staat mij in de weg, belet dat ik mijn doel kan bereiken; voor iemand uit de weg gaan, terzijde treden om hem te laten voorbijgaan, (fig.) hem mijden; voor niets uit de weg gaan, alles aanpakken; (fig.) zwarigheden uit de weg ruimen, verwijderen; iemand uit de weg ruimen, hem doden; uit de weg kunnen, uit de voeten; hij zal zijn weg wel vinden, hij zal wel in de wereld vooruitkomen; zijn (eigen) weg gaan, naar eigen inzicht handelen; zich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan; dat is de kortste, de zekerste weg, de kortste, zekerste wijze om zijn doel te bereiken; (scheikunde) langs de droge weg, door reacties in niet-opgeloste toestand, b.v. door droge verhitting; langs de natte weg, door reactie in opgeloste toestand;

3. afstand tussen twee plaatsen: de kortste weg tussen twee punten is de rechte lijn die ze verbindt; de weg van de minste weerstand kiezen, de handelwijze die de minste problemen zal oproepen;
4. doortocht: zich een weg banen door de bossen; (zegsw.) weg met iets weten, weten wat ermee te doen;
5. (bij vergelijking) kanaal, buis enz. waardoor zich iets beweegt: de wegen van het bloed, de gal.

Een weg dient in het algemeen voor het landverkeer met voertuigen. De wijze waarop en de omvang waartoe de strook gebaand is, worden bepaald door aard en aantal van de voertuigen. Het moderne wegverkeer stelt hoge eisen aan comfort en veiligheid van de weg. Wegen kunnen naar hun functie in verschillende categorieën worden ingedeeld:

1. primaire wegen, die hoofdverbindingen vormen voor het doorgaande verkeer tussen landsdelen en stedelijke gebieden;
2. secundaire wegen, die verbindingen vormen voor het doorgaande verkeer tussen steden en belangrijke plaatsen;
3. tertiaire wegen, die verbindingen vormen voor het interlokale verkeer tussen plaatsen;
4. kwartaire wegen, die verbindingen voor het interlokale verkeer tussen plaatsen van minder belang vormen;
5. wegen en straten voor lokaal verkeer binnen bebouwde kommen;
6. landbouwwegen die een uitsluitend agrarische functie hebben. Naar gebruik en inrichting kunnen wegen worden ingedeeld in:
1. dubbelbaansautosnelwegen voor motorvoertuigen;
2. enkelof dubbelbaansautowegen voor motorvoertuigen;
3. wegen voor gemengd verkeer met of zonder vrijliggende fietspaden. Tenslotte bestaat nog een indeling van de wegen volgens beheersinstanties m.n. rijkswegen, provinciale wegen, gemeentelijke wegen en waterschapswegen.

Het primaire wegennet is in Nederland in beheer bij het rijk en bestaat nagenoeg geheel uit autosnelwegen. Het secundaire wegennet is in het algemeen in beheer bij de provincies en bestaat uit enkele autosnelwegen en verder uit autowegen en wegen voor gemengd verkeer. Het tertiaire en quartaire wegennet wordt beheerd door gemeenten en waterschappen en bestaat uit wegen voor gemengd verkeer waarvan een groot gedeelte zonder voorzieningen voor het fietsverkeer. zie wegaansluiting, wegenbouw.

Voor België: zie wegenwetgeving.