Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Terug

betekenis & definitie

bw.,

1. naar het punt van uitgang: wij moeten terug ;
2. achteruit, naar achteren; (fig.) terug kunnen,

een eenmaal gedane belofte of bewering kunnen herroepen;

3. als aanduiding dat iemand of iets weergekeerd is: weer thuis: terug van weg geweest; 4.als antwoord van zijn kant enz.: daar had hij niet van -, dat was hem te bar, daar moest hij niets van hebben;
5. weer bij de eigenaar: hij moet het terug hebben; om uit te drukken dat het te veel betaalde in handen van de betaler komt: hebt u van 25 gulden?;
6.geleden: een paar jaar terug.