m. (-en), plaatselijke, omhooggerichte luchtbeweging.
ⓔ De stijgsnelheid van een stijgwind bedraagt ca. 1-10 m/s, in buien tot ca. 25 m/s. Stijgwinden kunnen een gevolg zijn van verwarming (➝thermiek) en door het reliëf van het aardoppervlak ontstaan, b.v. bij opstuwing van lucht tegen heuvels en bergen.
Stijgwinden worden vooral benut door zweefvliegers, waarbij ➝hellingstijgwind, ➝golfstijgwind, stijgwind vóór een onweersfront en ➝thermiek de belangrijkste bronnen vormen voor het compenseren en overtreffen van de eigen daalsnelheid van een zweefvliegtuig.