m., het verschijnsel dat inen uitvoertransacties door de overheid worden aangegaan.
(e) Bij staatshandel bepaalt de staat de keuze van de te verhandelen goederen en voorts hoeveelheden, prijzen en overige leveringsvoorwaarden. Staatshandel komt voornamelijk voor in landen met een centraal geleide economie (b.v. communistische), waarin de buitenlandse handel een sluitpost is op de nationale economie en derhalve aangepast wordt op de nationale plannen. Door haar monopoliepositie heeft de centraal geleide economie vaak een sterkere) onderhandelingspositie tegenover de buitenlandse marktpartijen. Ook in niet-centraal geleide economieën kan staatshandel voorkomen, b.v. als overheidsmonopolies in bepaalde produkten bestaan, zoals aardgas in Nederland, ➝handelspolitiek.
