Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

spuiten

betekenis & definitie

(spoot, heeft en is gespoten),

1. met kracht door een nauwe opening naar buiten persen, m.n. een vloeistof; (abs.) met een spuit werken; een injectie toedienen; drugs gebruiken door middel van een injectie; (landen tuinbouw) bestrijdingsmiddel toedienen (met gerichte straal); de tuinders moeten veel -.
2. onder druk lozen; uitademen, van walvissen; ejaculeren;
3. met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden: het bloed spuit uit de slagaders; (fig.) vuil —, lasteren; (metonymisch) de fontein spuit niet, werkt niet;
4. door het persen van de grondstof door een nauwe opening vervaardigen;
5. opbrengmethode voor verf (e): een auto —.

(e) Bij het verfspuiten wordt de verf in een stroom fijne druppels verneveld. Hoewel bij het spuiten in vergelijking met strijken veel meer materiaalverlies optreedt, heeft het spuiten zich sinds het begin van de 20e eeuw (vooral in de industrie, o.a. auto’s) een belangrijke plaats veroverd, omdat het belangrijk sneller gaat dan kwasten. Behalve het gewone (pneumatische) spuiten, waarbij de luchtstroom verf meevoert en vernevelt (principe van de Vaporisator), kent men thans ook het luchtloos (‘airless’) spuiten, waarbij de verf onder hoge druk (ca. 10—20 N/mm2,100-200 at) door een kleine opening wordt gedrukt, en het elektrostatisch spuiten, waarbij de verf door een elektrisch veld naar het voorwerp wordt geleid. Dit laatste kan zowel pneumatisch als luchtloos gebeuren. Poederlakken worden meestal ook elektrostatisch verspoten.