Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

silhouet

betekenis & definitie

v./m./o. (-ten),

1. beeltenis verkregen door het schaduwbeeld na te trekken (e): een met silhouetten geïllustreerd kinderboek;
2. schaduwbeeld: haar — tekende zich scherp af;
3. alleen zichtbare of sterk sprekende omtrek van een persoon of zaak.

(e) Het woord silhouet is afgeleid van de Franse controleur-generaal van financiën onder Lodewijk XV Étienne Silhouette (*1709, ♱1767), wiens bezuinigingsplannen in verband werden gebracht met de lage kosten van de silhouet of met het feit dat hij ze zelf maakte. Door een heldere lichtbron achter het model te plaatsen, zodat de schaduw op een vel papier valt, kan men de omtreklijn natekenen. Deze omtreklijn wordt met behulp van een pantograaf verkleind. Daarna wordt alles binnen de omtreklijn zwart ingevuld. Vooral van 1750—1850 was de silhouet in de mode, maar door de fotografie verloor zij snel terrein. De silhouet, die ook uit de vrije hand geknipt kan worden (→knipwerk), werd voor portretten gebruikt.