Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Scipio, publius cornelius africanus major (de oude)

betekenis & definitie

Romeins patricisch veldheer en staatsman, *236 v.C., ♰183 v.C. Liternum; zoon van Publius Cornelius Scipio.

Als eerste ambteloze burger bekleed met een imperium proconsulare werd Scipio tijdens de Tweede Punische Oorlog in 211 v.C. naar Spanje gestuurd. Hij veroverde daar de voornaamste basis van de Carthagers, Carthago Nova. Door zijn overwinning bij Baecula op Hasdrubal, de broer van Hannibal, en door daarna de twee resterende Carthaagse legers uit te schakelen (Ilipa) vestigde hij de Romeinse heerschappij in Spanje (206 v.C.). Naar Rome teruggekeerd werd Scipio in 205 v.C. consul en bereidde hij de invasie van Afrika voor. Nadat hij in 204 v.C. met ca. 35000 man geland was bij Utica, dwongen zijn overrompeling van de legerkampen van Syfax en Hasdrubal (203 v.C.) en de verovering van Tunis de Carthagers tot een wapenstilstand. Tegen Hannibal behaalde Scipio een beslissende overwinning in de Slag bij Zama (202 v.C.) In triomf kon Scipio terugkeren naar Rome, waar hij de bijnaam Africanus aannam.

Scipio was achtereenvolgens censor (199 v.C.), princeps senatus (198 v.C.), opnieuw consul (194 v.C.). In deze functies trad hij op als scheidsrechter in het grensgeschil tussen Carthago en Masinissa. In de oorlog tegen Antiochos III van Syrië stak hij over naar Azië, maar een ziekte verhinderde hem actief deel te nemen aan de overwinning van zijn broer Lucius bij Magnesia (189 v.C.). Inmiddels werden te Rome onder leiding van Cato politieke aanvallen voorbereid op de Scipionen. Het staat niet vast of Scipio zelf in staat van beschuldiging is gesteld; zijn politieke werkzaamheid moest hij in ieder geval beëindigen.LITT. H.H.Scullard, Scipio Africanus: soldier and politician (1970).

< >