Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

platina

betekenis & definitie

[Sp., zilver], o.,

1. chemisch element, symbool Pt;
2. als attr. bn.: een ring; platina bruiloft, feest van 70-jarig huwelijk.

Van platina komen in de natuur voor de radioactieve isotopen 190 (halveringstijd 7 x 1011 jaar) en 192 (halveringstijd 1015 jaar) en de niet-radioactieve isotopen 194 (32,9 %), 195 (33,8 %), 196 (25,3 %) en 198 (7,2 %). Platina behoort tot de 10A-groep van het periodiek systeem. In verbindingen heeft platina een valentie van 1+ tot en met 4+; Pt2+ (5d8) en Pt4+ (5d6) zijn echter duidelijk de stabielste. Evenals bij palladium zijnde verbindingen weinig stabiel en is het bindingsmechanisme vaak niet ionogeen te beschrijven.

Platina is een zilverwit en edel metaal, is zeer reken pletbaar, kan tot zeer fijne draden worden uitgetrokken en tot zeer dun blik gewalst. Het wordt in roodgloeiende toestand week, waardoor het ook gesmeed kan worden. Platina wordt toegepast als bij hoge temperatuur corrosiebestendig materiaal: weerstandsdraad bij hoge temperatuurovens, elektrische contacten, voor de vervaardiging van kroezen voor laboratoriumgebruik enz. Platina wordt gebruikt in de salpeterzuurfabricage uit ammoniak als katalysator in de vorm van netten (gelegeerd met rhodium) en als katalysator bij de azijnzuurfabricage. In de bijouterie wordt 33,3 % van de platinaproduktie gebruikt, gelegeerd met 5-10 % iridium. Een alliage van 76,7 % platina en 23,3 % kobalt geeft zeer sterke magneten. Platinarhodium is bekend als thermokoppelmateriaal voor het meten van zeer hoge temperatuur.

Vooral in fijn verdeelde toestand absorbeert platina zuurstof, vandaar de katalytische invloed van platina op talrijke oxidaties. Ook absorbeert platina gemakkelijk waterstof maar niet in zo hoge mate als palladium. Met deze absorptie hangt samen dat waterstof in tegenstelling tot andere gassen door een gloeiende platinawand heen diffundeert. Wordt platina door reductiemiddelen uit zijn oplossingen neergeslagen, dan ontstaat het dikwijls als uiterst fijn zwart poeder, het zgn. platinazwart. Platina vormt occlusieverbindingen met koolmonoxide, kooldioxide en stikstof. Alkalisch reagerende stoffen, hydroxiden, cyaniden en sulfiden van de alkalimetalen tasten bij verhoogde temperatuur platina aan; deze mogen in platinakroezen niet gesmolten worden, evenmin als lood en andere zware metalen die met platina gemakkelijk smeltbare legeringen vormen.

De bekendste verbinding is platinachloorwaterstofzuur of hexachloroplatinazuur, H2PtCI6. Dit ontstaat door platina op te lossen in koningswater. Door toevoeging van zilvernitraat ontstaat geen neerslag van zilverchloride (AgCl) ten teken dat er geen vrije chloorionen in de oplossing aanwezig zijn. Er ontstaat echter AgPtCl6. Van het hexachloroplatinazuur zijn het kaliumen ammoniumzout kenmerkend: in water zeer moeilijk, in alcohol niet oplosbaar.