Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

paren

betekenis & definitie

(paarde, heeft gepaard),

I. (overg.)
1. tot een paar of tot paren maken of bijeenvoegen: de dansers paren ;
2. bijeenvoegen, zich samenvoegen: aan de goedhartigheid van zijn moeder paarde hij het gezond verstand van zijn vader; gepaard gaan met, vergezeld gaan van: dat ging met grote kosten gepaard;

II. (onoverg.)

1. een paar vormen; zich tot voortplanting verenigen, vooral van dieren; (ook) met; in deze zin niet wederk. te gebruiken.

< >