m.,
1.grotere hoeveelheid dan nodig is en vereist wordt: genoeg is meer dan overvloed; in overvloed; ten overvloede, ofschoon het eigenlijk overbodig is: ten overvloede wijzen wij erop, daarenboven;
2. rijke voorraad of hoeveelheid: een van goede dingen, van klanken enz.: tarwe is er inovervloed; in leven, baden; tijden van overvloed; de horen des overvloeds, (kunst) gemaaide horen met bloemen, vruchten en andere voorwerpen gevuld, om overvloed te symboliseren.