Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

openbare weg

betekenis & definitie

weg die dient voor het openbaar verkeer. Onder wegen worden mede verstaan voetpaden, rijwielpaden, jaagpaden, dreven, molenwegen, kerkwegen, andere banen voor beperkt gebruik en bruggen.

In Nederland is een weg openbaar (art. 4 Wegenwet):

1. wanneer deze na het tijdstip van 30 jaar voor 1.10.1932 gedurende 30 achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest;
2. wanneer deze na het tijdstip van 10 jaar voor 1.10.1932 gedurende 10 achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest en tevens is onderhouden door het rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap;
3. wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven.

In België is openbare weg:

1. deze aangebracht op het openbaar domein van de staat, de provincie of de gemeente;
2. deze voor privé-personen aangebracht met toelating van de gemeentelijke overheid, met het doel hem open te stellen voor iedereen;
3. deze aangelegd door een privé-persoon zonder bedoelde toelating kan door de overheid gedeeld worden en kan na 30 jaren ononderbroken gebruik door de gemeenschap als openbare weg in het openbaar domein overgaan, hoewel de eigendom van de grond aan die persoon behouden blijft;
4. de buurtweg als dusdanig vermeld door de provincie op de atlas, zelfs indien achteraf het privé-eigendomsrecht zou bewezen worden, doch dan slechts na ononderbroken gebruik gedurende 10 jaren respectievelijk 20 jaren, naargelang de omschrijving waarin de weg gelegen is;
5. de weg die niet in de atlas is opgenomen, doch die door de gemeenschap ononderbroken gedurende 30 jaren werd gebruikt. In België worden bovendien onder openbare weg verstaan, binnenplaatsen en stegen die toegang verlenen tot verschillende eigendommen, zelfs indien zij door een hek afgesloten zijn.