bn. en bw.,
1. niet in delen te splitsen, niet voor splitsing vatbaar: men meende dat atomen waren; (recht) een ondeelbare verbintenis of schuld;
2. (oneig.) uiterst klein: een ogenblik;
bw.: klein;
3. (van getallen) niet door een ander getal te delen zonder dat er een rest over blijft; getal, →priemgetal.