(het accent wisselt), bn. en bw.,
1. niet duidelijk zichtbaar van de omliggende ruimte afgescheiden: men heeft vlekken op de planeten Mercurius en Venus gezien, maar zij waren onbegrensd' en flauw;
2. door geen grenzen beperkt, grenzenloos, onmetelijk: het on'begrensd heelal; een on'begrensd uitzicht over de landstreek; een land met on'begrensde mogelijkheden, waar alles mogelijk is; een on'begrensd vertrouwen genieten, onbeperkt, zeer groot; een on'begrensde eerbied.