(het accent wisselt), bn.,
1. (dicht.) zonder begin, en, bij uitbreiding, ook zonder einde, oneindig, eeuwig: de On'begonnene, dicht. ben. van de Godheid;
2, waaraan niet te beginnen is, onuitvoerbaar: dat is (een) on'begonnen werk, als men daaraan begint, is het einde niet te voorzien.