Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

mechanisme (mekanisme)

betekenis & definitie

[<Fr.], o., 1. wijze van samenstelling en functionering van een werktuig en vervolgens ook van organen (eig. en fig.): het — van de geluidsfilm is zeer ingewikkeld; het — van het hart, van een taal, van het parlementaire stelsel; ook een dienovereenkomstige werking: de mechanismen projectie en reactie in het zieleleven (ook psychismen genoemd);

2. samenstel van bewegende delen, van organen, waardoor een geheel in werking wordt gebracht; 3. (filosofisch) stelsel dat elk stoffelijk en biologisch gebeuren poogt te verklaren door plaatselijke, materiële beweging (e).

(e) In de filosofie duidt de term mechanisme op een causaal gerichte natuurverklaring, waarin alle fenomenen, ook de organische, volgens de wetmatigheden van een machine worden verklaard: de kosmos b.v. wordt een geheel van blind werkende krachten. De kosmologie van de Oudgriekse filosoof Demokritos († ca.370 v.C.) wordt wel als een van de eerste uitingen van mechanisme gezien. Sinds Descartes (†1650) is mechanisme een continue tendens in de westerse natuuren mensbeschouwing, o.a. vertegenwoordigd in Lamettries Homme machine (1747). Het mechanisme werd bestreden door o.a. de aanhangers van het →vitalisme.

LITT. E.J.Dijksterhuis, De mechanisering van het wereldbeeld (1950).