Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kruisheer

betekenis & definitie

(Lat.: Ordo Sanctae Crucis, osc; in de middeleeuwen kruisbroeders genaamd), m. (-heren), lid van de r.k. orde van reguliere kanunniken, in de 13e eeuw gesticht door Theodorus van Celles, kanunnik van Luik, op Clair Lieu bij Hoei in België. (e) Na 1208 sloot Theodorus zich aan bij een kruistocht tegen de Zuidfranse katharen; van de pauselijke legaat kreeg hij opdracht in het Luikse het werk van deze kruistocht te bevorderen. Hij vestigde zich met vier medewerkers te Hoei.

Hij stelde zich als ideaal: prediking van het triomferende kruis, gemeenschappelijk leven en een zuiver beleven van het liturgisch koorgebed. Als grondslag nam hij de regel van Augustinus, door zijn opvolger aangevuld met statuten van de →dominicanen, zij het dat bij kruisheren het accent valt op het liturgisch leven en minder op prediking en studie. De overdenking van het kruismysterie stond centraal; de spiritualiteit wordt mede gekenmerkt door Mariaverering (m.n. rozenkransgebed). In 1248 volgde de goedkeuring van paus Innocentius iv. Daarna ontstonden er stichtingen in België en Frankrijk. In Nederland werd in 1318 het eerste klooster gesticht te Asperen (bij Gorkum) en in 1367 werd vanuit Hoei het SintAgathaklooster bij Cuyk gesticht.

Een beïnvloeding van de kruisheren door →moderne devotie en christelijk humanisme is aanwijsbaar. Tijdens de Reformatie werden alle kloosters in de Noordelijke Nederlanden opgeheven. Tijdens de Franse revolutie bleven slechts'twee kloosters bestaan: SintAgatha en Duisburg; dit laatste werd in 1814 opgeheven. Het herstel van de orde geschiedde vanuit Nederland onder magister-generaal (‘de hoogwaardige heer’) Henricus van den Wijmelenberg, de tweede stichter van de orde, (1840—81). De Ned. prov. heeft 13 kloosters met 350 leden. Ned. kruisheren zijn werkzaam in de BRD, België, Brazilië, Zaïre, Irian Jaya, Amerika en op Java. De Belg. prov. heeft 5 kloosters met 160 leden.LI TT. J.Francino, Gesch. van de orde der kruisheren (1948); M.Vinken, De spiritualiteit van de kruisheren (1953); H.U.Weiss, Die Kreuzherren in Westfalen (1963).