Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gesticht

betekenis & definitie

o. (-en),

1. deftig, aanzienlijk, groot gebouw;
2. in het bijzonder zo’n gebouw met betrekking tot zijn bepaalde bestemming, stichting, zoals klooster, instelling van liefdadigheid, huis voor zwakzinnigen, correctionele inrichting enz. (e): — voor ooglijders; hij zit in een -.

(e) Het begrip gesticht heeft, in het bijzonder in de Ned. strafrechtspleging, lange tijd als soortnaam gefungeerd voor alle penitentiaire inrichtingen, d.w.z. gevangenissen, huizen van bewaring, rijkswerkinrichtingen en inrichtingen voor ter beschikking van de regering gestelden. Zo spreekt art. 16 Ned. Gevangenismaatregel van de ‘Gestichtsraad’. Het begrip raakt thans in onbruik en wordt veelal vervangen door inrichting.