v./m. (den), Pelobates fuscus, pad desoort uit de familie knoflookpadden.
(e) De knoflookpad onderscheidt zich van de echte padden door het bezit van tanden in de bovenkaak en door een verticale spieetvormige pupil. Op de grens van voetwortel en middenvoet bezit de knof lookpad een grote platte knobbel, die hem in staat stelt zich snel in het zand in te graven. De rug is grijs, lichtbruin of lichtgeel met donkerbruine vlekken en rode stippels. Overdag zit het dier in de grond, ’s avonds komt het te voorschijn om voedsel te zoe ken. Het is een vrij zeldzame diersoort. Zij komt in Nederland alleen voor in het oosten en zuiden; in België komt zij zeer verspreid voor.
Haar versprei dingsgebied loopt van MiddenFrankrijk tot in westelijk Azië en van de Oostzee tot diep in de Balkan. De knoflookpad geeft de voorkeur aan zandgrond.