Asger, eigenlijk: A.O.Jørgensen, Deens schilder en keramist, 3.3.1914 Vejrum, ♱1.5.1973 Axhus. Jorn werd in 1936-37 opgeleid bij Léger in Parijs.
In 1937 nam hij les aan de Kopenhaagse kunstacademie en sloot zich aan bij de groep Deense abstracten en surrealisten Linien. Men zag toen de invloed van Miró in zijn werk. Hij schilderde rupsachtige, zwartharige diertjes met grote ogen. Halfdierlijke, half dwergachtige wezentjes zouden steeds in zijn werk terugkeren. Zijn stijl ging steeds meer de richting op van de spontane, abstracte schilderwijze, die men ook bij het ➝abstract expressionisme vindt. Van 1945-46 dateren zijn kleine Didaska, schilderijen en aquarellen vol dierlijke, symbolische wezentjes.
In 1948 behoorde Jorn met Alechinsky, Appel, Constant, Corneille, Dotremont e.a. tot de oprichters van ➝Cobra, die in Parijs geformeerd werd en die een abstract-expressionistische stijl voorstond. In 1950 schilderde hij zijn serie Aganaks, diertjes die alleen bestaan uit voeten en ogen. Ook maakte hij aan dada (➝dadaïsme) verwant werk, zoals aquarellen die bestaan uit twee aaneengeplakte gescheurde stukken beschilderd papier, en zijn Nouvelles défigurations of Modifications, met abstracte vormen overschilderde afbeeldingen van klassieke schilderijen. In 1952 ging hij naar Albissola in Italië, waar hij keramische technieken bestudeerde. Deze zou hij veel gaan toepassen o.a. in grote wandversieringen. Ook deed hij in die tijd enkele interessante experimenten met fotografie.
In 1969 maakte Jorn een reis naar Cuba, waar hij een groot aantal wandschilderingen maakte. LITT. A.Jorn, Held of hasard (1953); V. Schade, A. Jorn (1965); G.Limbour e.a., A.Jorn/Cuba (1970).
