Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Javaan

betekenis & definitie

m. (-vanen), bewoner van Java die de Javaanse taal spreekt.

(e) Javanen vormen de grootste etnische groep van Indonesië (55 mln. zielen). De Javanen leven vooral van de landbouw (rijst), aan de kust ook van de visvangst. In de kronieken uit de 11e eeuw worden de Javanen als een zelfstandig volk vermeld; zij hadden reeds vroeg een hoog ontwikkelde staatsorganisatie. Vanaf de 15e eeuw zijn zij vrijwel volledig geïslamiseerd, van het hindoeïsme zijn nog een aantal namen van goden en geesten in de taal overgebleven; in steden en centra als Depok bij Jakarta, Yogyakarta, Muntilan, Modjowarna en Malang zijn ca. 300 000 christenen. De Javanen hadden een hoog ontwikkelde sociale stratificatie en vooral binnen de familie een sterk saamhorigheidsgevoel. Door de urbanisatie verdwijnt in snel tempo de traditionele sociale structuur.

< >