(zoog in, heeft ingezogen),
1. met de adem naar binnen zuigen, door inademen in zich opnemen: frisse lucht, de rook van een sigaar —;
2. met de mond zuigend in zich opnemen (een vloeistof); (fig.) iets met de moedermelk ingezogen hebben, er van zijn prille jeugd af mee vertrouwd zijn; in het algemeen van begrippen: ze in zich opnemen;
3. opslurpen, door capillaire werking in zich opnemen:de spons zuigt het water in.