Wat is de betekenis van Henoch?

Zie Enoch

Als Henoch wandelen met God, vroom zijn, vertrouwelijk met God omgaan. Henoch is een van de stamvaders van voor de zondvloed. Hij werd zeer oud, zij het niet zo oud als zijn zoon Metuselach (zie Metusalem), en leefde in nauwe omgang met God (zie ook Wandelen). ‘Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar. En Henoch wandelde met Go...

m -> Enoch.

is volgens Gen. 5 : 18-24 een nakomeling van Seth, die na een leven van 365 jaren wegens zijn vrome levenswandel door God werd weggenomen. Hij wordt in Hebr. 11:5 genoemd onder de geloofsgetuigen. Wegens de geheimzinnigheid der berichten rondom deze figuur, wiens naam samenhangt met een woord voor ingewijde, werd hij in de latere overlevering omrin...

E'KOOH, 1. zoon van Kaïn (Gen. 4 :17); 2. een der voorvaderen, levend in de aera tussen Adam en Hoach (Gen. 5 : 18).

(1), zoon van Kaïn; (2) de zevende aartsvader vóór de Zondvloed, die 365 jaar oud werd.

(Enoch; Hebreeuws = Chanoch) is in het O.T. zowel de naam van een geslacht uit de stam van Ruben en uit het volk Midian, als de naam van een door Kain gestichte stad en van een der voorvaderen der mensheid uit het geslacht van Seth. Van deze oudvader Henoch wordt verteld, dat hij in vertrouwd verkeer met God stond en dat hij op een le...

Enoch, i/ii Oude Testament, zeer vroom man, die „wandelde met God” en op 365-jarigen leeft, werd opgenomen i/d hemel, zonder te sterven.

is een bekende figuur uit den Bijbel, een der stamvaders van het mensengeslacht, van wien verteld wordt, dat hij in zeer nauw contact met God stond en dat God hem tot zich nam, toen hij 365 jaar oud was. Ook in de gewijde boeken der Joden speelt Henoch een grote rol. Zijn figuur is daar omgeven met allerlei verhalen. De z.g. „Openbaring van H...