Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

havenpolitie

betekenis & definitie

v., dienst belast met de handhaving van de havenverordeningen en de zorg voor veiligheid en orde in de havens.

(e) In Nederland is door het Politiebesluit van 1945 de politie te water belangrijk gereorganiseerd. De havenpolitie is het uitvoerend orgaan van het havenbestuur (Rijkswaterstaat, havenschap, gemeente). Hoofd is de havenmeester. De havendiensten zijn belast met de zorg voor de nautische veiligheid op vaarwateren en in havens, omvattende de verkeersregeling, het toezicht op de openbare veiligheid (laden en lossen van gevaarlijke stoffen) en de regeling van de ligplaatsen. De havenmeesters en een deel van het andere personeel zijn opsporingsambtenaren.

In België is het politietoezicht in havens, kustwateren en waterwegen geregeld bij KB van 22.1.1929. De havenpolitie wordt in België zeevaartpolitie genoemd, en moet niet worden verward met de ambtenaren van de Dienst van de Zeevaartinspectie die alleen toezien op de naleving van veiligheidsvoorschriften op zeeschepen. De zeevaartpolitie is alleen belast met het politietoezicht in de havens van Antwerpen, Gent, Oostende, Brussel, Nieuwpoort en Zeebrugge (inclusief Brugge en Blankenberge). In andere havens is de gemeentelijke politie bevoegd. Het hoofd van de havendienst, de havenkapitein, maakt geen deel uit van de zeevaartpolitie, maar van de gerechtelijke politie, havenradar, m., radarinstallaties die mede moeten dienen om schepen veilig in een haven te brengen.