Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gunstig

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -st),

1. vervuld van of blijk gevend van goede gezindheid (jegens iemand): het lot was mij —; iemand een — oor lenen, welwillend naar hem luisteren; een — onthaal vinden, goed opgenomen worden; een antwoord, dat een toestemming inhoudt; een gunstige beschikking;
2. tot nut, tot baat, dienstig: de wind was —; een gunstige ligging; onder gunstige voorwaarden; een jaar, waarin het goed ging; een gunstige gelegenheid, een geschikte gelegenheid; gunstige voortekenen, die een goede afloop doen verwachten; met gunstige uitslag, zoals men gewenst had;
3. een — voorkomen, uiterlijk, dat een goede dunk doet opvatten, innemend is;
4. bw., op een wijze die blijk geeft van gunst: hij was gestemd; hij is mij gezind: beschikken (op een verzoekschrift), toestemmend antwoorden; het boek werd — ontvangen, vond een goed onthaal; op een wijze die tot voordeel strekt: een winkel, — gelegen op een van de beste standen van de stad; bekend staan, een goede naam hebben.