Duits schrijver, *22.7.1894 Berg (Beieren), ♱28.6.1967 New York. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Graf ter dood veroordeeld, wegens insubordinatie, maar na een hongerstaking als krankzinnig uit het leger ontslagen.
Hij nam van 1918 — 19 deel aan de revolutionaire bewegingen in Beieren. In 1933 emigreerde hij naar de VS. Graf was een levendig vertolker van het Beierse volksleven. Werken: Frühzeit (1922), Die Chronik von Flechting (1925), Die Heimsuchung (1926), Wunderbare Menschen (1927), Das bayerische Dekameron (1932; herdr. 1966), Der harte Handel (1934), Der Abgrund (1936), Die Eroberung der Welt , Gedichte eines Dutzendmenschen (1962), Gelachter von aussen (1966; autobiogr.).
