[➝Fr.] (glaceerde, heeft geglaceerd), (overg.)
1. (van gebak) met een laag gladde, glanzende suiker overdekken;
2. met een gladde oppervlakte overdekken, glanzend maken: geglaceerd papier; (schilderkunst) een zeer dunne laag transparante verf aanbrengen (e); 3. tot een gelei laten verkoken (vruchten); 4. doen bevriezen of verstijven: een geglaceerde pudding.
(e) Het glaceren wordt m.n. in de olieverfschildering toegepast. De transparante verf wordt zo dun aangebracht, dat de onderliggende verflaag zichtbaar blijft. Afhankelijk van de tint van het glacis ontstaat er een verdieping van de kleur of een optische mengkleur. O.a. Jan van ➝Eyck schilderde glacerend.