bn.,
1. (van mensen en dieren) tanden in de mond hebbend; (heraldiek) met tanden van een andere kleur dan het lichaam;
2. (van zaken) tanden of puntige uitsteeksels hebbend: deze postzegels zijn een getande bergkam, een bergreeks met steil uitstekende toppen; (plantkunde) getande bladeren, zodanig ingesneden dat de uitspringende delen scherp en de inhammen uitgeschulpt zijn: dubbel -, als elke tand weer getand is.