(ook: geothermische afstand, geothermische dieptemaat, geothermisch gedrag), het getal dat voor een bepaalde plaats aangeeft hoeveel meter men in de aarde moet doordringen om een temperatuurstijging van 1 °C waar te nemen (gemiddeld 33 m). Dit bedrag is o.a. afhankelijk van de warmtegeleidbaarheid van gesteente, tektoniek, bouw en aanwezigheid van magnahaarden en radioactiviteit.
De definitie geldt niet voor de bovenste aardlaag, want die is onderhevig aan sterke temperatuurschommelingen.