Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

genotmiddel

betekenis & definitie

o. (-en), stof die niet strikt voor de voeding en waterhuishouding nodig is, maar toch een bepaalde plaats in het gehele cultuurpatroon heeft gekregen.

(e) Gebruik en aard van de genotmiddelen wisselen sterk in de loop van de tijd, niet alleen in de diverse bevolkingsgroepen, maar ook binnen één groep. Tot de genotmiddelen rekent men koffie, thee, cacao, tabak en specerijen. Of alcohol altijd in de vorm van een of andere drank, met gehalten variërend van 5-6 % (bier) tot 10-15 % (wijn, sherry) en tenslotte 35—40 % (jenever, cognac) nog tot de genotmiddelen of reeds tot de sociaal gevaarlijke middelen gerekend moet worden, is moeilijk te beantwoorden. De verdovende middelen (morfine groep) en opwekkende middelen (amfetaminen) behoren zeker niet meer tot de genotmiddelen, evenmin als de stoffen met psychedelisch effect, zoals LSD en mescaline. Henneppreparaten worden in oosterse culturen als een genotmiddel gezien,