m. (-en), haringachtige vis.
De fint, Alosafallax, behoort tot de haringvormigen. Deze soort komt voor in West-Europa van Noorwegen tot Spanje en België in de Middellandse Zee, en is in Nederland en België vrij algemeen in riviermonden. De fint leeft van plankton, dat verzameld wordt door een kieuwzeef bestaande uit 40 60 kieuwaanhangsels. Hij lijkt op een grote haring, met op de flanken achter de kop een serie donkere vlekken. De lengte bedraagt tot 55 cm. Deze soort zwemt voor haar voortplanting (juni-juli) de rivieren op (zie anadroom).
De fint is nauw verwant met de elft (Alosa alosa). Kruisingen tussen beide soorten komen veel voor.