Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

festival

betekenis & definitie

[zie middeleeuws Lat. festivalis, feestelijk], o. (-s), groot muziekfeest, volksfeest; ook als ben. voor een geregeld terugkerende reeks van muziek-, toneel-, filmuitvoeringen en andere uitvoeringen in bepaald verband.

De hoofdkenmerken van een festival zijn een artistieke of religieuze idee, bijzondere kwaliteit van de uitvoering en de feestelijke of gewijde sfeer. Het festival is nauw met de oorsprong en de ontwikkeling van het theater verbonden: toen het toneel nog uitsluitend eredienst was, droegen alle opvoeringen een feestelijk-gewijd karakter. De cyclische theatermanifestaties in het oude Griekenland, de middeleeuwse mysteriën (laatste rest: Oberammergau en zijn passiespelen) waren, evenals de groots gemonteerde vertoningen aan de vorstelijke hoven in de tijd van renaissance en barok, festivals. Als reactie op de vervlakking van de beroepstoneelspelerij herleefde de festivalgedachte in de 19e eeuw het eerst in München bij de modelopvoeringen onder F.Dingelstedt van Shakespeares werken (1854) met de beste krachten die toen beschikbaar waren (Festspiele). Tot voorbeeld voor andere festivals diende, ook voor het heden, het door Richard Wagner gestichte Festspielhaus te Bayreuth waar sedert 1876, met slechts kortstondige onderbrekingen, elke zomer cyclische opvoeringen van zijn muziekdrama’s worden gegeven. München volgde in het begin van de 20e eeuw met Wagneren Mozartopvoeringen en na de Eerste Wereldoorlog trok vooral Salzburg de aandacht (SalzburgerFestspiele). Later kwamen de festivals van Glyndeboume en de Maggio Musicale te Florence.

Na de Tweede Wereldoorlog bracht vrijwel elk land in Europa te eniger tijd befaamde kunstenaars bijeen (Luzern, Edinburgh, Berlijn, Wenen, Drottningholm, Recklinghausen, Aix-en-Provence, Spoleto, Avignon enz.). Of hierbij steeds een artistieke idee de boventoon voert, is evenwel de vraag: het tegenwoordige festival wordt steeds bedreigd door materialistische motieven, zoals de bevordering van het vreemdelingenverkeer; tevens werkt het snobisme in de hand. Het Holland-Festival startte in 1948 en brengt kunstzinnige manifestaties op elk gebied, voornamelijk door gastvoorstellingen van buitenlandse toneelgezelschappen, orkesten, muzieken dansensembles.

Het Festival van Vlaanderen is sedert 1959 een muziekfestival waaraan verschillende steden deelnemen (Gent, Antwerpen, Brussel, Leuven).

In 1951 is opgericht de Association Européenne des Festivals de Musique (AEFM), waarbij 33 festivalorganisaties zijn aangesloten.

LITT. J.Kaut, Die Salzburger Festspiele (1973); H. Rischenbieter, Festspiel-Krise (in: Theater heute,; Festivals de musique européens, jaarboek uitg. door AEFM (1976).