Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

feeder

betekenis & definitie

[Eng., vulbak], m. (-s),

1. (scheepvaart) een soort bodemloze bun, die in het luikhoofd van een met graan volgestort scheepsruim wordt geplaatst en voor de aanvang van de reis eveneens met graan gevuld dient te zijn;
2. (telecommunicatie) voedingslijn die dient om de hoogfrequente elektrische energie van de radiozender naar de zendantenne te voeren.

Het graan uit een feeder stroomt in het eronder gelegen ruim, wanneer daarin een loze ruimte is ontstaan doordat het graan in het ruim ingezakt is als gevolg van scheepsbewegingen. Zou er ruimte boven een losgestorte lading aanwezig zijn, dan kan de lading, als het schip slingert, naar de stuur-of bakboordzijde overlopen, waardoor gevaar voor kapseizen ontstaat. Behalve de feeder dienen in het ruim vóór de belading (tijdelijke) langsscheepse schotten geplaatst te worden waartussen het graan wordt gestort. De graanhoeveelheid in een feeder dient niet minder dan 2% te bedragen van die in de ruimte waarboven de feeder is aangebracht.

< >