Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Eufraat

betekenis & definitie

(Arab.: Al Foerat, Tu.: Firat), rivier in West-Azië, 2780 km lang, stroomgebied 673000 km2. De Eufraat ontstaat uit de Kara Su die ten noorden van Erzurum op ca. 2000 m hoogte ontspringt, en uit de Murad Su die ca. 220 km oostelijker van de sneeuwrijke Ala-dagh komt.

De Eufraat mondt uit in de Perzische Golf. Bij Biredjik begint de Eufraat bevaarbaar te worden voor platboomde schuiten (kelleks). Vóór Biredjik stuwt de Kebandam (Turkije) het water op. Bij Meskeneh buigt de rivier naar het zuidoosten. Verschillende zijrivieren komen van het Armenische Bergland. Even boven Kerbela splitst zij zich in twee takken, waarvan de ene bijna al het water tot zich trok, tot men in 1913 door sluizen de waterstand in beide takken op voldoende hoogte heeft gebracht.

Van Suk es-Sejuk af ligt een moerasgebied tussen Eufraat en Tigris. Door het Haikanaal is de Eufraat bij Nasrije verbonden met de Tigris. Tal van meren vergezellen de Eufraat van Kerbela tot Basra, waar Eufraat en Tigris zich verenigen tot de Sjatt-el-Arab. Zowel in Syrië als in Irak zijn grote stuwdammen aangelegd (1956 e.v.). Het Syrische deel is sinds 1950 door irrigatiemaatregelen het centrum geworden van de Syrische katoenteelt. In 1956 kwam de dam bij Habbaniya klaar, die dreigend hoogwater afvoert in de depressie Bahr-el Milh; andere stuwdammen bevinden zich bij Hindiya, Rakka en Ramadi. GESCHIEDENIS. De Eufraat is van grote betekenis voor de cultuurgeschiedenis van het oude Mesopotamië, omdat het water ervan essentieel was voor de op kunstmatige irrigatie gebaseerde landbouwbeschaving.

Bovendien vormde de goed bevaarbare rivier een verbindingsschakel met Syrië en daarmede met de Middellandse Zee. De Eufraat was van meer betekenis dan de Tigris: de stroomsnelheid en waterverplaatsing van de Eufraat waren geringer en de stroombedding lag in het zuiden van de vlakte vrij hoog tussen door sedimentatie en overstroming gerezen oeverwallen. Door het (tijdelijk) openen van dijken kwam water voor bevloeiing beschikbaar; het werd via een zich steeds verfijnend net van kanalen en sloten gedistribueerd, en tevens bewaard voor irrigatie tijdens het zomerseizoen. De loop van de rivier ten zuiden van Bagdad heeft vele veranderingen ondergaan. In het 3e 1e millennium v. C. kende men in ieder geval drie Eufraatarmen die zuidwaarts stroomden en waarvan de waterverplaatsing en daarmede de betekenis wisselde.

Deze stroombeddingen liepen alle ten oosten van de op moderne kaarten aangegeven bedding. Door de latere verplaatsing van de rivier bevinden zich de meeste ruïnes — Babylon is een van de uitzonderingen — van oude steden in het steppegebied. Ten gevolge van dergelijke processen verdwenen vele steden vrij plotseling van het toneel.Via de Eufraat bereikten belangrijke grondstoffen en handelsartikelen (o.a. hout van de Libanon, diverse steensoorten, wijn) de van nature arme alluviale vlakte van Babylonië. Verschillende steden dankten hun betekenis aan hun strategische ligging aan deze handelsroute, waarvan zij door douaneheffingen of als overslagplaatsen profiteerden (o. a. Sippai, Mari, Terqa, Emar, Karkemisj). De drang deze waterweg te beheersen is niet vreemd geweest aan de veroveringsdrang van koningen als Hammoerabi.

LITT. M.G. Ionides, The regime of the rivers Euphrates and Tigris (1937); R.M. Adams en H.J. Nissen, The Uruk country side (1972); M. Gibson, The city and arëa of Kish (1972).

< >