Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Epikouros

betekenis & definitie

Grieks filosoof, *341 v.C. Samos, ♰270 v.C.

Athene. Epikouros werd op Samos o.a. door Nausifanes in de filosofie onderwezen en stichtte in 306 te Athene een eigen school. Hij werd gezien als een edele, imponerende persoonlijkheid, eenvoudig en hartelijk. Zijn leerlingen vereerden hem met bijna dwepende bewondering. Van Epikouros’ talloze bevattelijk maar slordig geschreven werken is een klein deel bewaard gebleven, vooral door Diogenes Laërtios, wiens 10e boek geheel aan Epikouros gewijd is. Zo bezit men nog drie leerbrieven en een veertigtal ‘hoofdregels’ (Gr.: kyriai doxai), die Epikouros van buiten liet leren.

Ca. 1800 is een aantal fragmenten uit de 37 boeken Over de Natuur gepubliceerd; deze fragmenten zijn ons bekend geworden uit de te Herculaneum gevonden papyri. Overeenkomstig de vermaningen van Epikouros zelf hebben zijn aanhangers de leer als een soort evangelie beschouwd en in de loop der tijden vrijwel onveranderd bewaard. Omdat men Epikouros en zijn leer later bijna alleen kende uit getuigenissen van anderen, meestal tegenstanders van het materialisme (m.n. ➝Cicero en ➝Ploutarchos), kreeg zijn leer de naam van wellustig, goddeloos, zoals blijkt uit de betekenis die woorden als ‘epicurisme’ en ‘epicurist’ nu nog hebben.In zijn fysica ging Epikouros terug op de atoomleer van ➝Demokritos (➝atomist), waarin hij echter enige wijzigingen aanbracht. In de leer van Epikouros hebben de atomen gewicht en kunnen ze van hun op immanente kracht berustende beweging afwijken (Gr.: enklisis); waarschijnlijk werd deze wijziging ingevoerd om de vrijheid van de mens te verklaren. Cicero spotte met deze poging. Epikouros filosofeerde niet zozeer om het theoretisch inzicht als wel om tot een gelukkig leven te komen. Hiervoor is echter een fysica (eigenlijk een metafysica) nodig die de mens van de schrikbeelden inzake een leven na de dood (en het daaraan verbonden geloof in straffende goden en vergelding) bevrijdt. De fysica heeft dan ook alleen waarde door haar vernietiging van alle bijgeloof, hetgeen zij doet door het inzicht dat alleen het stoffelijke realiteit heeft.

Het is daarom dwaas de dood te vrezen: want, zolang wij er zijn, is de dood er niet en als de dood er is, zijn wij er niet meer. Ook heeft het geen zin bang te zijn voor de goden: deze bestaan wel, maar verblijven in de ruimten tussen de werelden, waar ze een volmaakt gelukkig leven leiden en zich van onze wereld niets aantrekken. Evenals al het andere zijn ook de goden vergankelijk.

Epikouros’ logica (d.i. in het epicurisme de hele kennisleer) is uiterst primitief. Hij heeft daarvoor een aantal canones (regels) opgesteld, die de criteria voor het al of niet waar zijn van dingen en oordelen bevatten. Alle kennen berust op waarneming; ook alle redelijk denken is daarvan afleidbaar en afhankelijk. Uit gelijksoortige waarnemingen vormen zich vanzelf de door woorden aangeduide algemene voorstellingen. Zowel waarnemingen als algemene voorstellingen zijn evident en kunnen niet onwaar zijn. De oordelen, die uit de algemene voorstellingen ontstaan, kunnen dat wel. Zij zijn alleen waar, wanneer ze door de waarneming bevestigd worden of minstens niet door de waarneming worden gelogenstraft.

In de ethica sloot Epikouros aan bij het hedonisme van ➝Aristippos van Kyrene. Niet de genieting van het ogenblik is het hoogste doel: Epikouros wilde vooral geluk in de zin van een bestaan zonder smart en onrust. Deze ideale gemoedsrust (ataraxia) wordt alleen door redelijk inzicht, oefening en zelfbeheersing mogelijk. De mens moet dus eenvoudig leven, zijn behoeften tot het minimum beperken, alle eerzucht en ijdelheid vermijden, rechtvaardig, wellevend, deelnemend en vriendelijk zijn zonder zich evenwel, in welk opzicht ook, van zijn stuk te laten brengen. Daarom houdt de epicurist van een ietwat teruggetrokken leven. Dit laatste komt tot uiting in zijn afkeer van het bedrijven van politiek.

Omdat het ‘recht’ berust op een ‘verdrag’ dat het algemeen belang beveiligt, en bewerkt dat niemand een ander schade doet of zich door een ander schade Iaat toebrengen, zal de wijze ieder onrecht doen vermijden en aan de wet gehoorzamen. Hij erkent deze immers als nuttig, omdat zij hem beschermt en zijn rust garandeert. Epikouros’ leer werd later door de Romeinse dichter ➝Lucretius in een groot leerdicht uiteengezet. Uitgaven: Epicurea, door H. Usener (1887; herdr. 1966); Epicurus. The extant remains, door C. Bailey (1926; herdr. 1970).

LITT. C. Bailey, The Greek atomists and Epicurus (1928; herdr. 1964); A. Festugière, Épicure et ses dieux (1946); J. Brun, Épicure et les épicuriens (1964); J. Rist, Epicurus, An introduction (1972); D.

Lemke, Die Theologie Epikurs (1973); D. Konstan, Some aspects of epicurean psychology (1973).