Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Economische groei

betekenis & definitie

stijging van de produktie per hoofd van de bevolking. Deze omschrijving van economische groei is lange tijd overheersend geweest.

Soms werd zelfs betoogd dat het er om zou gaan de economische groei in deze zin te maximeren. Onvoldoende is dan beseft dat het er uiteindelijk niet om gaat de materiële voorziening met goederen zo hoog mogelijk op te voeren, maar dat de subjectieve behoeftenbevrediging centraal staat. Volgens dit welvaartsbegrip gaat het in de economie om de behoeftenbevrediging voor zover deze afhankelijk is van het omgaan met schaarse middelen. Zo is het al aanstonds duidelijk dat het opvoeren van de produktie per hoofd gemakkelijk gepaard kan gaan met belangrijke externe nadelen, zoals het vervuilen en vernietigen van de natuur en het opofferen van vrije tijd. Daar ook aan de natuur uit een oogpunt van behoeftenbevrediging een zelfstandige betekenis wordt toegekend, kan aan de materiële opvatting van economische groei nimmer een absolute betekenis worden toegekend. Voor zover economische groei wordt omschreven als het stijgen van de produktie per hoofd, kan daarin hoogstens een gebrekkige benadering worden gezien van het stijgen van de welvaart in de zin van behoeftenbevrediging.

Dat in de werkelijkheid toch veelal met deze beperkte omschrijving wordt gewerkt, vloeit uiteraard voort uit de omstandigheid, dat men de ontwikkeling van de subjectieve behoeftenbevrediging noch individueel, noch collectief kan meten. In het kader van de economische politiek heeft men nu eenmaal behoefte aan een cijfer dat de ontwikkeling van een economisch systeem in de tijd enigszins beschrijft.

In de jaren zeventig is sprake van een stagnatie van de economische groei. Sommigen hebben, bij wijze van reactie op het streven naar maximale economische groei, gepleit voor het terugbrengen van de groei tot een nul-niveau. Het snelle tempo waarmee energiebronnen uitgeput raken en het milieu wordt vervuild in mondiaal verband is voor de zgn. Club van Rome aanleiding geweest te voorspellen dat als gevolg van het opvoeren van het groeitempo van de produktie een grote ramp in het verschiet Iigt. In verband daarmee is gepleit voor het drastisch terugdringen van de groei en het beschermen van ons leefmilieu. Merkwaardig is dat onder invloed van de oliecrisis en de depressie van de jaren 1973—77 sprake is van een teruglopende groei, terwijl het economische beleid in de meeste landen erop gericht is het groeitempo weer omhoog te brengen.

Hier speelt ongetwijfeld een rol dat allerwegen de omvangijke werkloosheid die met de verflauwing van het groeitempo gepaard gaat als buitengewoon nadelig wordt gezien. Toch mag men verwachten dat bij de economische groei in de toekomst de nadruk minder op de kwantitatieve aspecten en meer op de kwalitatieve kanten zal worden gelegd. Men spreekt in dit verband wel van selectieve economische groei. Hiermee wordt dan bedoeld dat b.v. bij de keuze van de produktieprocessen en de aan te wenden technieken gelet wordt op de milieu-effecten en ook op de humanisering van de arbeid. Zodoende wordt de welvaart in de zin van subjectieve behoeftenbevrediging dichter benaderd dan wanneer uitsluitend wordt gelet op het opvoeren van de produktie in kwantitatieve zin. De economische groei in beperkte zin is afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de aangewende arbeid, van de kapitaalvorming, van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en van het voortschrijden van de techniek. In toenemende mate wordt beseft dat de technische ontwikkeling in dit verband niet zonder meer als een gegeven behoeft te worden gezien, zodat door een geschikte keuze van de technieken zowel de aard als het tempo van de economische groei kunnen worden beïnvloed.

LITT. Grenzen aan de groei, Rapport van de Club van Rome (1972); A.Heertje, Economie en technische ontwikkeling (1973); J.Andriessen, Economie in theorie en praktijk (1976); Naar een rechtvaardiger intern, orde, Rapport van de Club van Rome (1976).