Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Duiden

betekenis & definitie

(duidde, heeft geduid),

I. (onoverg.)
1. wijzen (met de vinger): de stuurman duidde op een wolkje aan de gezichtseinder;
2. (fig.) een aanwijzing geven of zijn voor: verschijnselen die op tuberculose duiden;
3. doelen, zinspelen op;

II. (overg.) uitleggen, verklaren: de wet duiden; iemand iets ten kwade of euvel duiden, het ten kwade uitleggen, het hem kwalijk nemen.