Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Depot

betekenis & definitie

[Fr.], m./o. (-s),

1. bewaargeving, nederlegging;
2. wat in bewaring gegeven is of in voorraad gehouden wordt; voorraad van handelswaren aan een derde ten verkoop gegeven; zaak waar koopwaren in het klein voor rekening van de groothandelaar verkocht worden: een depot van wijnen;
3. plaats waar iets in bewaring of voorraad gehouden wordt; filiaal; plaats waar troepen voor de krijgsdienst bestemd, verzameld, gekleed en geoefend worden: opslagplaats van krijgsmaterieel;
4. bezinksel in een fles vloeistof, m.n. wijn, droesem;
5. het gedeponeerd zijn van een handels- of fabrieksmerk.

ALCOHOLISCHE DRANKEN

Bij het bewaren van oude rode wijnen is depot het afzetsel ervan op de fles. Het is een dunne laag die bij het geringste schudden weer opdwarrelt. Ter voorkoming van vermenging decanteert men de wijn voor opdiening. Het depot bestaat uit looistoffen en is een natuurlijke ontwikkeling van een goede wijn. Vermenging geeft de wijn evenwel een scherpe smaak.

KRIJGSKUNDE

Depot is:

1. een opslagplaats van materieel, munitie of andere voor de oorlogvoering benodigde goederen, men vindt ze zowel in de gevechtszone als in het achterland;
2. onderdeel waar troepen worden opgeleid (opleidingsdepot), ieder wapen en dienstvak heeft een of meer eigen depots.

RECHT

Depot houdt in het neerleggen van stukken op een bepaalde plaats, b.v. op de griffie van rechtbanken of kantongerechten, ter raadpleging door belanghebbenden. Tot die stukken kunnen o.a. in Nederland behoren in proces gebezigde bewijsstukken (art. 147 WBv), door een rechter-commissaris opgemaakte rangregeling van vorderingen (artt. 484, 556 WBv), boedelbeschrijvingen, lijsten van schuldvorderingen, uitdelingslijsten bij faillissement (artt. 97, 114, 183 Faill.W.), beurscondities en andere standaardvoorwaarden.

Voor België: neerlegging.