Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Datatransport

betekenis & definitie

o. (-en), transport van gegevens (data) tussen een computer en zijn randapparatuur. (Alle datatransporten worden geleid door de computer, die ze ook op gang brengt; de randapparaten zijn nl. ‘passief’ en moeten eerst door de computer geactiveerd worden.

De informatie moet bij invoer resp. uitvoer in resp. uit het geheugen geplaatst of gehaald worden. Voor de computer brengt dit o.a. de volgende werkzaamheden met zich mee:

1. het schrijven (zetten) in of lezen (halen) uit het geheugen;
2. het bijhouden van de adressen;
3. het bijhouden van het aantal gegevens dat al inof uitgevoerd is.

Een computer kan met verschillende randapparaten tegelijk communiceren, waarbij van ieder apparaat de toestand moet worden bijgehouden; hierdoor kan de inen uitvoertaak vrij complex worden. In de computer kan het datatransport op twee manieren georganiseerd worden: of de centrale verwerkingseenheid (central processing unit, cpu) verricht deze functie zelf, of er is hiervoor een aparte eenheid, een zgn. kanaal, aanwezig. De eerste methode, die werd toegepast bij de allereerste computers en nog steeds voorkomt bij de kleine typen, heeft het nadeel dat de CPU inefficiënt wordt gebruikt. Daarom wordt meestal één kanaal toege past, de CPU delegeert dan zijn inen uitvoertaak aan het kanaal. Het voordeel is dat het datatransport nu gelijktijdig plaats kan vinden met programmaverwerking door de CPU. Nadat de CPU een bepaald transport heeft voorbereid, geeft hij opdracht aan het kanaal om dit transport te verzorgen.

In deze instructie is tevens vermeld om welk randapparaat het gaat en waar het desbetreffende kanaalprogramma in het geheugen is te vinden. Het kanaal werkt vervolgens geheel zelfstandig met behulp van het kanaalprogramma het transport af. Als het daarmee gereed is, wordt dat aan de cpu gemeld. Een computer heeft doorgaans meerdere kanalen. Het kanaal heeft een eigen zeer beperkt stel opdrachten, waaruit het eerder genoemde kanaalprogramma samengesteld wordt.

De wijze waarop de informatie moet worden uitgewisseld, is voorgeschreven. Hierbij zijn inbegrepen de speciale begeleidingssignalen voor het aangeven van de aard van de informatie en de richting van het transport. Het geheel van de communicatievoorschriften en de samenstelling van de verbinding wordt interface genoemd.

De informatietransporten gaan via een standaardkabelverbinding met de computer. Het transport vindt parallel plaats, d.w.z. alle bits van een gegeven worden tegelijk verzonden. Voor de aansluiting van de randapparaten op de standaardverbinding zijn adapters nodig, die o.a. de codeen signaalaanpassing verzorgen. Het voordeel van deze opzet is een grote vrijheid in de keuze van de aan te sluiten randapparaten. Bovendien is de computerinstallatie gemakkelijk uit te breiden. De standaardverbinding wordt meestal als een zgn. bus of kettingverbinding uitgevoerd Het communicatiesysteem is zodanig ontworpen dat ook langzame elektromechanische apparaten met de computer gegevens kunnen uitwisselen zonder dat een verbinding onnodig wordt bezet gehouden.

Na verzending van een opdracht wordt steeds de verbinding verbroken, het apparaat meldt zich dan weer als de opdracht is uitgevoerd. Gedurende de tijd dat dat apparaat bezig is, kan de verbinding gebruikt worden voor een ander transport. Een apparaat moet overigens wel kunnen wachten als niet onmiddellijk op zijn gereedmelding gereageerd kan worden in het geval dat juist een ander transport plaatsvindt. Snelle apparatuur, zoals een schijfgeheugen, wordt meestal op een ander kanaal aangesloten dan de langzame. Snelle apparaten kunnen nl. niet wachten zodat gedurende het datatransport de verbinding gehandhaafd blijft.

Er zijn apparaten die wel tot de computerconfiguratie gerekend worden, maar die niet met de computer verbonden zijn. Een dergelijk apparaat staat zgn. off-line; het tegenovergestelde van off-line is on-line. Dit zijn apparaten die wel met de computer verbonden zijn en onder besturing staan van de CPU, eventueel via een kanaal.

< >