(dateerde, heeft gedateerd),
1. (overg.) dagtekenen, de dagtekening (op iets) zetten: een brief dateren;
2. (onoverg.) dagtekenen, uit de genoemde tijd afkomstig zijn: vele gevallen van jaren her;
3. (oneig.) het stempel van zijn tijd dragen, een verouderde indruk maken: de romans van X beginnen nogal te dateren;
4. de datum bepalen van, vaststellen uit welk jaar of uit welke tijd iets afkomstig is: die prent is niet precies te dateren; vandaar in de geologie het verrichten van een ouderdomsbepaling.