Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Coevorden

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Drenthe, aan de grens met de BRD, 40,57 km2, 13070 inw.; 37 % n.h., 11 % geref., 29 % r.k., 4 % overige en 19 % g. kerkg.

De bodem bestaat in het zuiden en oosten uit zandgronden en in het noorden uit veenontginningszandgronden. De gemeente telt behalve de stad Coevorden een agrarisch gedeelte met een aantal buurtschappen (o.a. Steenwijksmoer, Weijerswold). Coevorden is een oude vestingstad en was garnizoensplaats tot 1870. Vanaf 1850 werd de streek rond de stad ontsloten door grote verveningen en ontginningen, het graven van kanalen en de aanleg van wegen. Coevorden kreeg betekenis als handelscentrum.

Na 1920 verminderden de contacten met Duitsland; de groei kwam tot stilstand. Vanaf de Tweede Wereldoorlog vestigde zich een aantal industrie(metaal, elektrotechniek) en groothandelsbedrijven te Coevorden, gestimuleerd door de aardolievondsten in de omgeving en door het aanwijzen van Coevorden tot ontwikkelingskern in 1959. De stervormige oude vestinggrachten zijn bewaard gebleven. Het gerestaureerde kasteel dateert van ca. 1100. Kruiskerk uit 1641. Schans ‘De Katshaar’ uit 1797, die enkele toegangswegen beheerste.

In nov. wordt een folkloristische ganzenmarkt gehouden. De hotelaccommodatie is 70 bedden groot; er is een camping van 3 ha. GESCHIEDENIS. Coevorden was misschien reeds tijdens de Romeinen een sterkte (Villa Cruptoricis?) aan een van de toegangswegen tot Drenthe. Sinds 1000 was het leengoed van de bisschoppen van Utrecht. Sedert bisschop Hartbert (1139—50) één van zijn broers het kasteel van Coevorden in erfleen gaf, stond dit onder een Utrechtse burggraaf of kastelein. In de 12e eeuw was Coevorden een bloeiende plaats.

De burggraaf hief tol van het doorgaande verkeer naar Groningen, wat tot geschillen o.a. met de vorsten van Bentheim aanleiding gaf. Tijdens de 13e eeuw waren de burggraven vrijwel onafhankelijk, maar in 1402 moesten zij de macht van de Utrechtse bisschop opnieuw erkennen. Op 31.12.1407 ontving Coevorden stadsrechten. In 1522 werd Coevorden door Karel van Gelre veroverd. Volgens het Verdrag van Gorinchem kwam Coevorden in 1536 aan Karel v. In 1541 kreeg de stad van Karel V het recht tot het houden van drie vrije jaarmarkten.

In de Tachtigjarige Oorlog was Coevorden oorspronkelijk Spaans, daarna Staats. In 1580 viel Coevorden door het verraad van Rennenberg weer in Spaanse handen, maar het werd in 1592 definitief door Maurits veroverd. Willem Lodewijk verbeterde de vestingwerken, die later door Menno van Coehoorn werden voltooid. In de Franse tijd bleef Coevorden tot de Eerste Vrede van Parijs (1814) in Franse handen. In 1870 werd Coevorden ontmanteld.LITT. J.Picardt, Chronyken der Stadt en Heerlichheyd Covorden (1660); A. Veenhoven, Historie van Coevorden (1969).