(codeerde, heeft gecodeerd), in een code brengen.
COMPUTERTECHNIEK. Het coderen in de informatietechniek omvat het omzetten van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens in een code, zodanig dat machinale verwerking van de gegevens mogelijk is.
PSYCHOLOGIE. Het begrip coderen of encoderen wordt in de psychologie in verschillende betekenissen gebruikt, die echter alle verwijzen naar processen waardoor het individu inwerkingen van buiten omzet in een nieuwe, voor opslag in het geheugen geschikte vorm, of anders gezegd, waardoor externe informatie omgezet wordt in interne informatie (Melton en Martin). Deze processen kunnen zich op verschillende niveaus afspelen, meer of minder bewust (of zelfs geheel onbewust) verlopen, en van allerlei aard zijn. Zo kunnen coderingsprocessen van b.v. een rij woorden in een geheugenexperiment betrekking hebben op diverse aspecten (‘attributen’) van de woorden, zoals klank, woordsoort of betekenis, maar ook op kenmerken van de situatie waarin ze voorkomen (volgorde, aanbiedingswijze, enz.). Het begrip coderen neemt in de theorievorming van het geheugen een steeds belangrijker plaats in.
LITT. A.W.Melton and E.Martin enz., Coding processes in human memory (1972); P.Herriot, Attributes of memory (1974).
