Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-05-2019

Bilinguïsme

betekenis & definitie

o., bilingualisme, tweetaligheid.

Bilinguisme werd vroeger vaak gedefinieerd als het gelijkelijk beheersen van twee talen. Tegenwoordig wordt evenwel de voorkeur gegeven aan ruimere definities en spreekt men reeds van bilinguisme indien men in welke mate dan ook een tweede taal actief weet te hanteren of indien men van een tweede taal een zekere passieve kennis heeft. Men spreekt van multilinguisme indien het vermogen bestaat tot het hanteren van meer dan twee talen, een verschijnsel dat men b.v. op Java frequent aantreft, waar vele personen zijn die Javaans, Soendaas en Indonesisch spreken, zij het ook niet met hetzelfde gemak. In iedere taalgemeenschap echter is een groter of kleiner aantal personen dat in meer of mindere mate bilinguaal is. Zij zijn de contactpunten tussen de verschillende talen en dialecten; via hen oefenen de talen invloed op elkaar uit, in de vorm van ontlening van woorden, soms ook van overneming van klanken of grammaticale procédés.

In de taalwetenschap wordt aan deze contactverschijnselen in de laatste jaren veel aandacht geschonken. Zo is door E.Haugen nauwkeurig het proces van taalaanpassing en taalbeïnvloeding bestudeerd bij verschillende Noorse-dialecten-sprekende immigranten in Wisconsin (VS). Men heeft vaak aangenomen, dat het voor de geestelijke ontwikkeling van het opgroeiende kind schadelijk zou zijn als het direct twee talen begint te leren. Er is echter niet voldoende grond voor deze veronderstelling.

Ook is onderzoek gedaan naar de aard van de tweetaligheid zelf. Tegenwoordig onderscheidt men gewoonlijk de (ideaal-)typen gecoördineerde (coordinate) en gecombineerde (compound) tweetaligheid. In het eerste geval vormen de twee talen binnen het individu gescheiden systemen, in het tweede geval vormen de twee talen één totaalsysteem. Voor een gecoördineerde tweetalige is het b.v. moeilijk om van de ene taal naar de andere om te schakelen, terwijl dit voor een gecombineerde tweetalige juist niet het geval is.

Litt. E.Haugen, The Norwegian language in America (2 dln. 1953); J.Fishman (red.), Readings in the sociology of language (2e dr. 1970); W.F. Leopold, Speech development of a bilingual child (4 dln. 1938-50); U.Weinreich, Languages in contact (1953, herdr. 1967).

< >